Herstelrecht is gericht op het bij elkaar brengen van slachtoffer, verdachte/dader en gemeenschap na een conflict of delict. De direct betrokkenen staan centraal waarbij het erom gaat de schade te herstellen.
Bemiddeling en mediation zijn voorbeelden van herstelrecht. Deelname aan een bemiddelings- of mediationgesprek betekent dat je de mogelijkheid krijgt om in gesprek te gaan over wat er is gebeurd en wat ervoor nodig is om tot een oplossing te komen. Minderjarigen en hun ouders kunnen zelf een mediator inschakelen of ernaar doorverwezen worden. Bijvoorbeeld bij conflicten op school of in de buurt, een geschil met een (jeugd)hulpverlener of bij een verdenking van een strafbaar feit.
Bemiddeling en mediation in jeugdzaken verschilt van mediation tussen volwassenen. De taal is anders, de belangen zijn anders en ook gesprekken kunnen anders zijn. Daarbij nemen er vaak meer mensen bij de gesprekken zijn omdat familie en het netwerk belangrijk zijn. Ouders zijn veelal van de partij, net als andere mensen die deel uitmaken van het leven van de jongere.
”Ik ben nog steeds boos op je, maar ik heb het je kunnen zeggen en kan nu door met mijn leven.”
Mediation in Jeugdhulpzaken biedt uitkomst als er een conflict ontstaat tussen een jongere, diens ouders en een jeugdhulpverlener. Jongeren in de jeugdzorg kunnen te maken krijgen met complexe situaties, zoals wachtlijsten, overplaatsingen en wisselende gezinsvoogden. Via een mediationgesprek zijn afspraken mogelijk over dat wat een jongere en/of ouders belangrijk vinden.
Mediation in Strafzaken wordt sinds 2013 via het mediationbureau van de rechtbank aangeboden. Dat betekent dat een officier van justitie of een rechter een strafzaak kan verwijzen naar mediation. Na afzonderlijke intakegesprekken kunnen slachtoffer en verdachte/dader met elkaar in gesprek over wat er is gebeurd, kunnen verantwoordelijkheid en over de toekomst. De afspraken die betrokkenen maken wegen mee bij de vervolgingsbeslissing van de officier van justitie of de uitspraak van de rechter. In jeugdzaken geldt dat er net als in het jeugdstrafrecht rekening wordt gehouden met leeftijd, ontwikkeling en het mogen leren van fouten.
Minderjarigen en jongeren (0-23) krijgen steeds vaker de kans om via bemiddeling of via mediation in strafzaken aan de oplossing van een conflict te werken. Er kunnen ook meer mensen betrokken worden zoals in groepsconferenties en vreedzame cirkels. Jongeren die betrokken zijn bij strafbare feiten, zoals pestgedrag, (digitale) bedreigingen, een vechtpartij, vandalisme, winkeldiefstal, straatroof of een zedendelict, krijgen een aanbod om mee te doen met slachtoffer-daderbemiddeling of een groepsconferentie waarbij ook anderen uit hun netwerk betrokken worden. Afspraken kunnen worden vastgelegd in een overeenkomst en vaak worden er excuses gemaakt. Het gaat vaak over hoe mensen weer verder kunnen met hun leven.
Voorbeeld: Twee middelbare scholieren, Dunya en Karin, hebben ruzie. De een is zo boos dat ze haar vriendin trapt op school. Het gaat onbedoeld zo hard dat Dunya gebroken ribben, blauwe plekken, buikpijn en emotionele schade oploopt. Dunya en haar moeder doen aangifte. De officier van justitie verwijst naar mediation. De meiden worden uitgenodigd door het mediationbureau van de rechtbank. Na een voorgesprek komen ze alle twee met een ouder naar de mediation. Daarin vertellen de meiden elkaar hoe ze het voorval hebben beleefd en wat ze voelen. Uiteindelijk maken ze afspraken over de toekomst, over hoe ze reageren als ze elkaar weer tegen komen en over een schadevergoeding. Die afspraken worden ondertekend en naar de officier van justitie gestuurd. Deze vindt de afspraken voldoende om de zaak verder af te sluiten met een sepot.
Wet- en regelgeving
De wet werd in 2012 aangepast, toen werd in Nederland artikel 51 h Wetboek van Strafvordering ingevoerd. Sindsdien kunnen politie, officier van justitie en de rechter (jeugd)zaken doorverwijzen naar mediation, maar ook advocaten kunnen aangeven dat zij een zaak geschikt vinden voor een mediationgesprek. Op dit moment wordt er gewerkt aan een nieuw Wetboek van Strafvordering. Zoals het er nu uitziet zal mediation daarin een nog stevigere basis gaan krijgen. Goed nieuws is dat het herstelrecht een vaste plaats gaat krijgen in het jeugdstrafrecht. Dit betekent dat in de toekomst in iedere jeugdzaak wordt overwogen of de zaak zich leent voor een herstelrechtelijke aanpak.
Internationaal is er veel aandacht voor mediation. Het Internationale Comité voor de Rechten van het Kind ziet toe op naleving van het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties. Dit Comité wijst landen, waaronder Nederland, op hun verplichting om te investeren in herstelrecht waaronder mediation in strafzaken.
Mediation in Europa is ook volop in ontwikkeling. Europese richtlijnen leggen de verplichting op om herstelrecht verder in te voeren. Bijna alle Europese landen werken met herstelrecht. In veel landen heeft mediation een wettelijke basis. In België is herstelrecht al sinds 2005 een vast onderdeel van het jeugdstrafrecht. Maar ook in Frankrijk, Spanje en Duitsland gaan de ontwikkelingen snel.